Grondwater analyses
Grondwater analyses
Grondwater analyses
Grondwaterpeilbuizen
Bij ondergrondse opslagtanks dienen grondwaterpeilbuizen te worden geplaatst. Indien het grondwaterniveau lager is dan 5 meter minus maaiveld zijn geen peilbuizen nodig. De van toepassing zijn de wetgeving: Besluit en Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer – Staatsblad 2007, nummer 415, respectievelijk Staatscourant 16 november 2007, nr. 223 / pag. 1 (incl. de wijzigingsbesluiten daarna).
De meeste peilbuizen zijn tot in het recente verleden snijdend met de grondwaterstand geplaatst. Deze zijn bedoeld om een drijflaag vast te stellen en monstername te behoeve van analyses uit deze peilbuizen is niet wenselijk vanwege beluchting van het grondwater en vervluchtiging van opgeloste stoffen. (NEN 5744:2011 5.1)
Anno 2011 worden nieuwe peilbuizen bij tankinstallaties dan ook niet meer snijdend geplaatst, maar bevindt het filterdeel zich volledig onder het niveau van het grondwater.

Grondwater analyses
Grondwaterpeilbuizen
Bij ondergrondse opslagtanks dienen grondwaterpeilbuizen te worden geplaatst. Indien het grondwaterniveau lager is dan 5 meter minus maaiveld zijn geen peilbuizen nodig. De van toepassing zijn de wetgeving: Besluit en Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer – Staatsblad 2007, nummer 415, respectievelijk Staatscourant 16 november 2007, nr. 223 / pag. 1 (incl. de wijzigingsbesluiten daarna).
De meeste peilbuizen zijn tot in het recente verleden snijdend met de grondwaterstand geplaatst. Deze zijn bedoeld om een drijflaag vast te stellen en monstername te behoeve van analyses uit deze peilbuizen is niet wenselijk vanwege beluchting van het grondwater en vervluchtiging van opgeloste stoffen. (NEN 5744:2011 5.1)
Anno 2011 worden nieuwe peilbuizen bij tankinstallaties dan ook niet meer snijdend geplaatst, maar bevindt het filterdeel zich volledig onder het niveau van het grondwater.

Streef- en interventie waarden
Voor een evaluatie van de analyseresultaten, onderscheidt deWet Bodembescherming drie indicatieve waarden:
S –Streefwaarde: | Referentiewaardewaarboven sprake is van verontreiniging |
---|---|
T – Toetsingswaarde: T(S+I) | Toetsingwaarde om de noodzaak van een nader onderzoek aan te geven |
TI – Interventiewaarden: | Toetsingswaarde om de noodzaak van een sanering (onderzoek) aan te geven. Boven deze waarde is er sprake van een ernstige verontreiniging. |
TI – Blanco: | Geen toetsingswaarde vastgesteld |
Aromaten | S | 1/2(S+I) | I | |
---|---|---|---|---|
Benzeen | μg/l | 0,20 | 15 | 30 | Tolueen | μg/l | 7,0 | 504 | 1000 | Ethylbenzeen | μg/l | 4,0 | 77 | 150 | Xylenen (som 3) | μg/l | 0,20 | 35 | 70 | Xylenen (som 3) | μg/l | 0,01 | 35 | 70 |
Minerale olie GC | ||||
Minerale olie C10 - C40 | μg/l | 50 | 325 | 60 |
Vluchtige organische koolwaterstoffen | ||||
MTBE | μg/l | 15 | 9400 | |
ETBE | μg/l | 15 |
Streef- en interventie waarden
Voor een evaluatie van de analyseresultaten, onderscheidt deWet Bodembescherming drie indicatieve waarden:
S –Streefwaarde: | Referentiewaardewaarboven sprake is van verontreiniging |
---|---|
T – Toetsingswaarde: T(S+I) | Toetsingwaarde om de noodzaak van een nader onderzoek aan te geven |
TI – Interventiewaarden: | Toetsingswaarde om de noodzaak van een sanering (onderzoek) aan te geven. Boven deze waarde is er sprake van een ernstige verontreiniging. |
TI – Blanco: | Geen toetsingswaarde vastgesteld |
Aromaten | S | 1/2(S+I) | I | |
---|---|---|---|---|
Benzeen | μg/l | 0,20 | 15 | 30 | Tolueen | μg/l | 7,0 | 504 | 1000 | Ethylbenzeen | μg/l | 4,0 | 77 | 150 | Xylenen (som 3) | μg/l | 0,20 | 35 | 70 | Xylenen (som 3) | μg/l | 0,01 | 35 | 70 |
Minerale olie GC | ||||
Minerale olie C10 - C40 | μg/l | 50 | 325 | 60 |
Vluchtige organische koolwaterstoffen | ||||
MTBE | μg/l | 15 | 9400 | |
ETBE | μg/l | 15 |